zondag 22 januari 2012

Pasfrequentie

In de laatste Runnersworld aandacht voor pasfrequentie bij hardlopen, terecht want niet onbelangrijk. Helaas  wordt weinig aandacht aan dit onderwerp besteed. Want een goede pasfrequentie kan je helpen sneller en met minder blessures te lopen. Je kan het vergelijken met de versnelling op je fiets, daar waar Lance Armstrong met een licht verzetje de bergen op flitste, daar kan Haile gebrselassie in de finale zijn pasfrequentie opvoeren tot wel 240 passen per minuut. In veel onderzoeken wordt een ideale pasfrequentie van minimaal 180 passen per minuut genoemd, een aantal dat de gemiddelde loper lang niet haalt. Ook loopmethodes als pose-running en ChiRunning gaan uit van deze frequentie. Met een hoger pasritme heb je bij dezelfde snelheid een kortere paslengte nodig, wat de impact van de landing en daarmee het blessure risico, verminderd. Als je aan na wat oefenen aan dit hogere pasritme gewend bent dan kan je in de finale natuurlijk ook een flink hogere snelheid halen. Een goede manier om pasritme te trainen is (licht) heuvelaf lopen, concentreer je op je passen en zorg dat bij het oplopen van de snelheid niet je paslengte maar alleen frequentie wordt opgevoerd. Voor de hardlopers uit Leidsche Rijn is er ook een mooie gelegenheid om dit op het Lint te oefenen. Op de rechte stukken zijn de betonnen banden van het Lint precies 1 meter, probeer eens bij elke band een stap te zetten.
Als je langzaam loopt gaat dit nog prima, maar als je snelheid opvoert dan is het al een stuk moeilijker. Wij probeerde het gister tijdens onze duurloop ook en na enig oefenen kwamen we inderdaad op een pasfrequentie van 180 (90 x stappen links en 90 stappen rechts). Heb je een hardloophorloges zoals bijvoorbeeld de Polar's met footpod dan kun je het simpelweg aflezen. Heb je deze luxe niet, dan zal je zelf moeten tellen, bijvoorbeeld een halve minuut de stappen van je linkervoet x 4 een je hebt je frequentie. Suc6.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten